De Stichting RAAP heeft in juli en augustus 1994 in opdracht van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Directie Noord-Brabant, op verzoek van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), de eerste fase van een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI-1) uitgevoerd. Het onderzoek vond plaats in het kader van de milieu-effectrapportage (m.e.r.) ten behoeve van de geplande verbreding van de Rijksweg A2 rondweg s'-Hertogenbosch, tussen Empel en Vught. Indien de verbreding van de rijksweg gerealiseerd wordt, betekent dit een potentiële bedreiging voor het archeologische bodemarchief. Het onderzoek was er derhalve op gericht archeologische vindplaatsen en terreinen waar zich mogelijk vindplaatsen bevinden in het plangebied te lokaliseren. Hiertoe is aan weerszijden van de rijksweg een strook van 100 meter door middel van grondboringen en enkele oppervlaktekarteringen onderzocht. Deze veldwerkzaamheden werden voorafgegaan door een vooronderzoek. Het onderzoeksgebied is op grond van geomorfologische karakteristieken globaal onder te verdelen in twee deelgebieden. Het noordelijke (Deelgebied 1) maakt deel uit van een komgebied. Het pleistocene dekzandoppervlak waarin/op vindplaatsen kunnen worden verwacht, wordt hier afgedekt door een laag rivierklei. Het onderzoek was hier hoofdzakelijk gebaseerd op grondboringen, die in lange raaien parallel aan de rijksweg werden gezet. Eenduidige vindplaatsen werden hierbij niet aangetroffen. Wel konden drie lokaties worden vastgesteld waar mogelijk archeologische resten aanwezig zijn. Een waarderend onderzoek (AAI-2) dient uit te wijzen of dit inderdaad het geval is. Het zuidelijke deelgebied (Deelgebied 2) wordt gekenmerkt door het op veel plaatsen dagzomende pleistocene dekzand. Met name voor de dekzandruggen geldt een relatief hoge archeologische verwachting. Het booronderzoek wees echter uit dat de bodem in Deelgebied 2 over grote afstanden ernstig is aangetast door natuurlijke erosie, als gevolg van overstromingen, en door antropogene verstoringen. Twee terreinen in dit deelgebied stonden reeds bekend als archeologische vindplaats. De uitgevoerde AAI-1 heeft daarnaast twee (mogelijke) vindplaatsen opgeleverd. Voorgesteld wordt op vijf lokaties (A, C t/m E en G) nader onderzoek te verrichten in het kader van de AAI-2. In eerste instantie zal dit onderzoek dienen te bestaan uit detailkarteringen. Indien door middel hiervan archeologische resten worden aangetoond, zullen de betreffende vindplaatsen vervolgens volledig worden gewaardeerd. | 5 |
1994 |
H.F.A. HaarhuisVerbreding Rijksweg A2 's-Hertogenbosch; Archeologisch onderzoek in het kader van de MERRAAP-rapport 93 | Amsterdam 1994 | ISBN 90-5372-082-0 |